Klaverjassen

Klaverjassen een kaartspel dat voornamelijk wordt gespeeld door ouderen, echter is het een zeer geschikt spel voor de gehele familie! Daarnaast worden er regelmatig wedstrijden gehouden waarbij gespeeld wordt om grote geldbedragen. De eerste stappen naar een leuke avond met familie of vrienden of faam tijdens een grote wedstrijd, zet je hier!

Doel: Behaal meer dan de helft van het totaal aantal punten
Aantal spelers: 4
Benodigdheden: Deel van een kaartspel

Het kaartspel Klaverjassen wordt gespeeld in twee teams van twee personen. De twee tegenover elkaar zittende deelnemers vormen gezamenlijk een team. Iedereen legt een kaart op tafel, wie de slag wint mag de volgende slag beginnen.

Bij Klaverjassen spelen enkel de kaarten 7 t/m Aas mee. Iedere speler ontvangt 8 kaarten. De deler deelt meestal in vormen van 3-2-3 of  4-4. Tijdens serieuze wedstrijden wordt er nooit één voor één gedeeld. Een wedstrijd bestaat uit 16 spellen, waarbij iedere speler vier keer deelt.

Varianten
De twee meest bekende varianten op het spel zijn de Amsterdamse en Rotterdamse.

Bij de eerstgenoemde variant gaat men er vanuit dat je bij de plicht tot in-/overtroeven wordt ontslagen als de slag aan de maat ligt. Bij de Rotterdamse variant dien je een maatslag in te troeven of te overtroeven als je niet kan bekennen.

Daarnaast zijn er nog vele andere varianten op het spel. Vaak wordt van iedere variant een deel van de spelregels gebruikt. Je kan dus zoveel varianten maken als je zelf wilt.

Het begin

Wanneer iedereen zijn kaarten heeft verkregen van de deler kan het spel beginnen. Men kan op verschillende wijzen kiezen welk team begint en wat de troefkleur wordt. Hieronder staan de meest gespeelde varianten.

Traditioneel: 
Bij het traditioneel gespeelde Klaverjassen wordt bij aanvang van iedere ronde en troefkleur bepaald door een kaart van de stapel kaarten 2 t/m 6 om te draaien. Behalve bij het eerste spel, hier dient de troefkleur altijd Klaveren te zijn.

De speler links van de deler mag vervolgens aangeven of hij wil spelen of passen. Als hij speelt, hoeft de volgende speler niets meer te zeggen. Als hij past, mag de volgende speler aangeven wat hij wenst te doen.

Maar wanneer moet je nu spelen en wanneer moet je passen?
Als je speelt ga je er vanuit dat jou team meer dan de helft van het totaal aantal punten in het spel kan. Wanneer je denkt dat dit niet mogelijk is, moet je passen.

En wat als iedereen past?

Dan zijn er twee mogelijkheden.
– De volgende kaart wordt open gedraaid en er wordt vervolgens op die kleur.
– De deler verkiest een andere kleur waarmee verder wordt gespeeld.

Bieden/Leids:
 Een andere manier om de troefkleur te bepalen is door te bieden. De kleuren hebben een hiërarchische indeling in de volgende volgorde van hoog naar laag: Schoppen, Harten, Ruiten en Klaveren.

Verplicht spelen: De laatste veelvuldig gebruikte manier om de troefkleur te bepalen is deze variant. De voorhand van de gever kiest hierbij een troefkleur en komt uit. Er hoeft dus geen biedronde te worden gehouden, wat discussie aan tafel kan voorkomen.

De speler links van de deler biedt als eerste op een troefkleur die hij graag zou zien. Vervolgens kunnen de overige spelers overbieden. Zo heb je dus, om over één Schoppen heen te bieden, minimaal twee Klaveren nodig.

Bij het bieden van één speler verandert er overigens niets aan de rest van het spel. Bij het bieden van de tweede speler wel. Het aantal punten om niet nat te gaan gaat naar 92. Voor elk hoger bod komt er vervolgens nog 10 punten bovenop de 92.

Wanneer drie van de vier deelnemers hebben gepast, is het bieden ten einde gekomen.
Extra regel hierbij is een beloningssysteem voor de geboden troefkleur. Het gaat om een toekenning van extra punten als men het hoogste bod heeft en het spel ook wint.

Veel gebruikt wordt onderstaand schema:
Vanaf bieding vier tot en met zeven  : 100 punten extra
Vanaf bieding acht                               : 200 punten extra

Ook tegenstanders kunnen in dit systeem extra punten verdienen. Dit als de tegenstander wordt nat gespeeld. Hanteer hiervoor (tijdens het bieden) de term ‘strik’. Dit kan 100 punten opleveren. Een tweede, zogenoemde dubbele strik, kan 200 punten opleveren.

Een andere variant op Bieden/Leids is om een puntenaantal te bieden (hele tientallen). Wie de biedronde wint, is verplicht om dit aantal punten te halen en meer punten dan de tegenstanders. De kleur waarop je wit spelen, speelt bij de bieding geen rol. als men 120 zou willen bieden, maar de rechter tegenstander heeft reeds 120 geboden, dan moet men óf 130 zeggen of passen. Deze manier van spelen wordt meestal gespeeld in combinatie met roem in de hand. De roem in de hand van de partij met het hoogste bod kan worden afgekeurd door de tegenpartij, als zij een hogere roem in de hand bezit. Dit mag alleen als beide teams aan de biedronde hebben meegedaan.

Termen
Dan is het nu tijd om enkele van bovenstaande termen duidelijker uit te leggen. Deze termen zijn namelijk erg belangrijk om Klaverjassen onder de knie te krijgen.

Nat: Wanneer degene die de troefkleur heeft bepaald niet meer dan de helft van het totaal aantal behaalde punten heeft (inclusief roem), is hij/zij nat. Hij/zij ontvangt van geen punten, de tegenstanders echter wel: 162.

Roem: Roem is de benaming voor een serie (opeenvolgende) speelkaarten. Roem is, afhankelijk van de grootte, punten waard.
Drie kaarten in dezelfde kleur (driekaart)    : 20 punten op.
Vier kaarten in dezelfde kleur (vierkaart)    : 50 punten op.

Wanneer men met roem in zijn hand speelt, leveren een vijfkaart, zeskaart en zevenkaart 100 punten op.

Troefplicht: Dit betekent dat je de gevraagde kleur altijd moet bekennen. Pas als je geen kaarten meer in de kleur hebt die gespeeld wordt, mag je troeven. Hierbij gelden enkele regels.
•    Als er om een troef wordt gevraagd, moet je er eentje bijspelen die hoger is dan de hoogste troef op tafel. Dit uiteraard alleen als je dit ook kan. Ondertroeven is alleen toegestaan als je niet hoger meer kan.
•    Je moet, als je niet meer bekennen kan introeven of overtroeven.

Pit: Je team heeft troef gekozen en jullie winnen alle slagen.

Het verschil tussen de Amsterdamse en Rotterdamse Klaverjasvariant is dat een slag bij Amsterdams Klaverjassen niet ingetroefd of overtroefd moet worden als de hoogste kaart in de slag door je speelmaat is gespeeld. Op deze manier kan je dus ook een kaart van een andere kleur bijleggen.

Puntenwaardering
In klaverjassen bezit iedere kaart een waarde. In onderstaand overzicht is deze waarde af te lezen.


Troefkaart                              Niet-troefkaart
•    Boer (jas):       20            •    Aas: 11
•    Negen (nel):   14            •    Tien: 10
•    Aas:                  11            •    Heer: 4
•    Tien:                 10            •    Vrouw: 3
•    Heer:                  4            •    Boer: 2
•    Vrouw:                3            •    Negen: 0
•    Acht:                   0            •    Acht: 0
•    Zeven:                0            •    Zeven: 0

Het behalen van extra punten is mogelijk, hieronder een overzicht.
•    Laatste slag                                           : 10
•    Roem
     o    Driekaart                                          : 20 roem
     o    Vierkaart                                           : 50 roem
     o    Stuk (vrouw en heer van troef)     : 20 roem
•    Vier gelijke kaarten (van 7 t/m aas)  : 100 roem
•    Pit                                                            : 100 roem

In totaal zijn er dus 162 punten te verdelen. 62 punten voor de troefkaarten en drie keer 30 punten voor de niet-troefkaarten. Daarnaast levert het winnen van de laatste slag 10 punten op. en het behalen van de laatste slag levert nog eens 10 punten op. Het spelende paar moet dus meer dan 81 punten zien te behalen, dit is inclusief een eventuele roem.

Fouten
Het maken van fouten, al dan niet expres, kan leiden tot puntenvermindering van 262 punten.
Veel voorkomende fouten zijn o.a.:

•    Geen kleur bijlopen terwijl deze wel in bezit is.
•    Niet troeven terwijl deze wel in bezit is.

Bij bovenstaande puntentelling zijn nog enkele afwijkingen mogelijk, het gaat hierbij om een van onderstaande varianten op de originele telling.

Roem in de hand: Wanneer je als speler bij het begin van het spel een roem in handen hebt, mag deze worden gemeld en meegeteld met het totaal aantal punten. De roem dient te worden gemeld bij het bijspelen voor de eerste slag tot de uitkomst van de tweede slag.

Schoppen dubbel: Bij deze variant van Klaverjassen worden de punten verdubbeld als Schoppen de troef is.

Kraken: Bij deze variant kiest de voorhand een troefkleur kiest en begint hiermee te spelen. Vervolgens mogen de tegenstanders passen of kraken. Als iemand kraakt mag zijn linker tegenstander ook kraken, dit wordt rekraken genoemd. Vervolgens kan er nog een superkraak plaatsvinden, daarna moet er echter begonnen worden met spelen.

Vanzelfsprekend moet de partij die de hoogste kraak gezet heeft meer punten halen.

Let op: Kraken wordt vaak gespeeld met roem in de hand. Het team met de hoogste Roem keurt hierbij de roem van de tegenstanders af.

Seinen
Voor de meer gevorderde spelers behandelen we hieronder een stuk over Seinen. Met Seinen kan je een medespeler laten weten welke kaarten je in de hand hebt, waardoor jullie puntenaantal opgeschroefd kan worden door eenvoudig weg de juiste kaarten voor elkaar op te gooien. Zorg er echter voor dat de tegenpartij het Seinen niet ontdekt!

Bekennen: Wanneer je de Amsterdamse variant van Klaverjassen speelt en je bij de maatslag niet moet introeven, kan je bijvoorbeeld door een kleine kaart op te gooien laten weten dat je van die kleur de Aas hebt of graag in die kleur zou willen spelen. Wanneer je veel hoge kaarten hebt van een kleur, bekroon je dit door het aan te geven met een Aas. Dit terwijl ‘slechte’ kaarten meestal worden aangegeven met een 10, Boer, Vrouw of Heer.

Let op: Een Aas of 10 kan eenvoudig worden afgetroefd door je linker tegenstander.

Tegenkleur seinen: Bij het Tegenkleur Seinen gaat het erom aan te geven of je graag in rood of zwart speelt en welke variant daarvan. Als je Schoppen seint wil je Klaveren hebben en als je klaver seint wil je schoppen hebben. Dit kan je doen als zeer goede kaarten in de hand hebt van één kleur.

Kleintje boer: Kleintje boer is een afspraak tussen twee medespelers. De betekenis van deze afspraak zit in de uitkomst van de eerste slag kaarten die geen troef zijn. Kom je hierbij namelijk uit met een 7,8 of 9 geef je aan de maat aan dat je een Boer hebt in die kleur en dat je het liefst een roemgevoelige troef van hem ziet verschijnen.

Let op: Wanneer Kleintje boer niet goed wordt uitgevoerd, kan de tegenpartij slagen gaan introeven.
Kleintje boer, kleintje terug: Wanneer je als maat van de troefmaker enkel een kale troef nel in bezit hebt, is dit een zeer goede optie. Evenals bij de Kleintje Boer komt de troefmaker uit met een kleintje niet-troef, dus een 7, 8 of 9. Zijn maat komt vervolgens ook met een kleintje niet-troef uit. Je vraagt dan om een troefkaart van je maat, dit dient echter geen Boer te zijn!

Boer over Boer: Evenals bij Kleintje boer zijn er hier risico’s dat de tegenpartij slagen gaat introeven waarop zij geen recht hadden. De bedoeling van Boer over Boer seinen is aan te geven dat je een Boer in handen hebt, maar geen sterke troefkaart. Je maat dient nu hetzelfde te handelen als bij Kleintje Boer om zo nog enkele slagen te kunnen behalen.

We hopen dat je met bovenstaande uitleg goed geholpen bent dit (op het oog) ingewikkelde spel onder de knie te krijgen. Probeer het gewoon eens met vrienden of familie, al spelend wordt Klaverjassen een stuk gemakkelijker.

Dan gaan we nu kijken naar totaal andere varianten van Klaverjassen. Namelijk het Klaverjassen met drie personen waarbij iedere speler voor zichzelf speelt en een eigen totaalscore heeft. Er wordt iedere ronde 2 vs. 1 gespeeld.

Aan het begin van elke ronde krijgt iedere speler tien kaarten. De twee overgebleven kaarten worden gesloten op tafel gelegd. Vervolgens wordt er met de klok mee geboden op het aantal punten dat iedere speler voor zichzelf denkt te kunnen behalen. Als twee van de drie spelers hebben gepast, eindigt het bieden en begint het spel. De speler die het hoogst heeft geboden, speelt alleen tegen de overige twee. Hij pakt de twee gesloten kaarten en legt er vervolgens weer twee voor in de plaats. Daarna bepaalt hij de troefkleur. Het spel verloopt vanaf nu zoals de variant voor 4 personen. De speler die alleen speelt moet minimaal het geboden aantal punten behalen, inclusief roem, om niet nat te gaan tegen de andere twee spelers.

Aan het einde van iedere ronde worden de punten geteld. Het ‘team’ van twee deelt hun puntentotaal door twee.

Tip: Om de troef te bepalen kan je ook één van de twee kaarten die over blijven na het delen opendraaien. Daarna kan ieder voor zich bepalen of hij/zij met die troef wil spelen. Als geen enkele speler speelt, open je de tweede kaart.
Als ook hier niet wordt gespeeld, moet de speler links van de deler alsnog het spel beginnen.

Klaverjassen kent uiteraard ook een variant dat met slechts twee spelers gespeeld kan worden. Hierbij worden de kaarten in een patroon van 4 x 4 op tafel gelegd. Van de twee rijen die het dichtst bij de spelers liggen, draai je vervolgens de vier bovenste kaarten opgedraaid.
Daarna is het tijd om de troef te bepalen door middel van bieden. Daarna worden de 2 x 4 bovenste kaarten van de andere rijen ook omgedraaid. Er liggen nu dus voor iedere speler acht kaarten gesloten met daarop acht geopende kaarten.

Deze kaarten behoren dan ook bij de speler waar de kaarten het dichtst bij in de buurt liggen. De speler kiest een kaart en speelt hiermee volgens de normale Klaverjas regels. Vervolgens dien je er weer voor te zorgen dat op iedere rij vier kaarten zijn opengedraaid. De puntentelling werkt volgens het principe van het Klaverjassen met vier personen.

Let op: Een Roem moet worden gemeld wanneer deze open op tafel ligt.